De advocaten van de twee verdachten van de Rotterdamse goudroof in 2019 menen dat anderen dan hun cliënten schuldig zijn aan die roof. Het scenario waar politie en justitie van uitgaan, klopt niet, stellen zij. De raadslieden willen dat onderzoek wordt gedaan naar alternatieve scenario's.
Vrijdag hield de rechtbank in Rotterdam een eerste openbare zitting in de zaak. De verdachten, Tjeerd K. (44) en Thomas B. (43), waren bestuurders van een kluisverhuurbedrijf aan de Coolsingel. Het goud lag daar opgeslagen. Bij de roof verdwenen 475 goudstaven en 22.000 gouden munten. Het goud zou zijn vervangen door loden balletjes in siliconen. Politie en justitie gaan uit van een "inside job", omdat er niet is ingebroken in het pand.
De waarde van het goud bedroeg destijds ongeveer 40 miljoen euro, maar door de gestegen goudprijs is dit inmiddels 100 miljoen euro, zegt het OM. De verdachten zouden na de ontdekking van de roof naar Dubai zijn vertrokken. Tegen het tweetal is in 2020 een internationaal opsporingsbevel uitgevaardigd. Het goud is nog steeds zoek. Volgens het OM is het onderzoek "zeer complex". Justitie wil dat de twee verdachten ruim 93 miljoen euro terugbetalen.
De advocaten willen onder meer dat wordt onderzocht of het beveiligingssysteem van het bedrijf is gehackt. "Zonder dat onderzoek is het dossier niet volledig." Mogelijk is er gesjoemeld met toegangspassen, wat volgens de raadslieden "de theorie ondermijnt dat alleen de verdachten toegang hadden tot het goud". Volgens het OM zijn er geen aanwijzingen dat er een hack heeft plaatsgevonden. Ook overigens is het onderzoek volledig geweest, meent justitie.
Door: ANP